Kwaliteitsindicatoren

Algemeen
Indicatoren voor volwassenen met diabetes type 1

Betrouwbare en actuele data vormen de basis voor door het veld geformuleerde kwaliteitsindicatoren. De NDF is als ontwikkelaar en beheerder van de NDF Zorgstandaard verantwoordelijk voor de multidisciplinaire vaststelling van een set van kwaliteitsindicatoren die van toepassing is op de in de Zorgstandaard beschreven zorg, zowel wat betreft inhoud als wat betreft organisatie. De NDF destilleert deze multidisciplinaire set uit bestaande door beroepsorganisaties zelf vastgestelde sets van indicatoren.

De ontwikkeling van indicatoren is daarmee in principe de verantwoordelijkheid van de verschillende bij de NDF aangesloten beroepsorganisaties zelf. Het is daarbij belangrijk dat de organisaties er voor zorgen dat de ontwikkelde indicatoren zoveel als mogelijk op elkaar aansluiten. De NDF is als koepel, daar waar het niet door het veld zelf opgepakt wordt, de aangewezen partij om het voortouw te nemen in de formulering van relevante structuur- en organisatie -indicatoren. Eén en ander uiteraard in samenspraak met haar lidorganisaties.

Indicatoren zijn niet statisch, om die reden wordt aanbevolen voor de meest recente versie van beroepsspecifieke indicatoren te kijken bij de eigen beroepsvereniging. Als aanpassingen aan beroepsspecifieke sets consequenties hebben voor de multidisciplinaire NDF set, worden deze meegenomen in de eerstvolgende actualisatieronde.

Omdat de toepasbaarheid van de verschillende indicatoren op korte termijn varieert ofwel omdat bepaalde begrippen uit de set nog onvoldoende zijn geoperationaliseerd, zijn de in de NDF Zorgstandaard opgenomen indicatoren verdeeld in drie verschillende fases. Er is voor gekozen om wel alle indicatoren, ongeacht de fase, al te benoemen in de NDF Zorgstandaard teneinde zicht te blijven houden op de totale set aan multidisciplinaire indicatoren waaraan de interne kwaliteit van zorg van een keten op termijn zou kunnen worden afgemeten.

De fasering van de verschillende indicatoren is als volgt:

  • Fase 1
    De kwaliteitsindicatoren uit fase 1 zijn op korte termijn toe te passen en kunnen al door zorgketens worden geleverd
  • Fase 2
    De kwaliteitsindicatoren in fase 2 hebben nadere operationalisatie nodig en/of moeten aan een praktijktest worden onderworpen. Het kan ook gaan om indicatoren waarbij het voor de oplevering noodzakelijk is bestanden van verschillende zorgverleners te koppelen. Op dit moment zijn de ICT-voorzieningen vaak nog te beperkt om dit te realiseren. Er bestaat dus nadrukkelijk nog geen consensus over deze indicatoren
  • Fase 3
    Kwaliteitsindicatoren in fase 3 dienen nog volledig geoperationaliseerd te worden, waarna ze als fase 2 indicatoren aan een praktijktest moeten worden onderworpen

Indicatoren voor volwassenen met diabetes type 1

Teneinde kwaliteit van zorg in kaart te brengen zijn meetbare aspecten van de zorg verwoord in indicatoren. De indicatoren voor patiënten met diabetes type 1 zijn onderverdeeld in ‘interne en externe indicatoren’. Interne indicatoren zijn hierbij alle door de beroepsgroep aangegeven indicatoren die uniform worden vastgelegd en inzicht geven in de kwaliteit van de zorg die wordt geleverd. Ze geven input voor de bedrijfsvoering en sturing door de kwaliteit van de zorg inzichtelijk te maken en daar waar noodzakelijk te verbeteren. Interne indicatoren worden niet primair voor extern gebruik beschikbaar gesteld. Gestreefd moet worden naar 95 procent vastlegging van deze indicatoren. De interne indicatoren moeten opgenomen worden in een landelijke audit door de beroepsgroep. Hierdoor krijgt de beroepsgroep zicht op het niveau van zorg en in afstemming met de beroepsgroep kunnen adviezen gegeven worden ten aanzien van verbeteringen in de zorg. Uit de set van interne indicatoren is een subset van externe indicatoren te selecteren die voor een ieder direct toegankelijk dienen te worden, bijvoorbeeld middels publicatie op een website. In overleg met de verzekeraar of de inspectie kan lokaal vanuit de interne indicatoren tevens een set van aan te leveren indicatoren worden afgesproken. Interne- en externe indicatoren worden geformuleerd door de beroepsgroep.

Patiënttevredenheid
Een patiënttevredenheidonderzoek weerspiegelt de waardering van de patiënt van de geboden zorg. Een jaarlijkse terugkoppeling van de mens met diabetes naar de behandelaar of het behandelteam geeft inzicht in de mate van tevredenheid en de mogelijkheid tot het doorvoeren van verbeteringen. Dit is van belang omdat het tevredenheidsniveau van de patiënt een grote rol speelt in de mate van effectiviteit van de behandeling en het vertrouwen in de zorgverlener. Op basis van een patiënttevredenheidonderzoek kunnen verbeteringen in de zorg worden doorgevoerd.

HbA1c als parameter voor metabole controle
Een van de voorwaarden voor een optimale kwaliteit van leven voor volwassenen met diabetes type 1 is een zo goed mogelijk metabool controle niveau. Het HbA1C is de belangrijkste parameter voor metabole controle. Er zijn echter meer factoren van invloed op de kwaliteit van leven zoals het aantal hypoglykemieën. De streefwaarde van het HbA1c voor een goede regulatie wordt momenteel gesteld op 53 mmol/molen lager omwille van het feit dat dit gepaard gaat met een duidelijke daling wat betreft het optreden van micro- en macrovasculaire complicaties bij diabetes type 11. Algemeen wordt een HbA1c boven de 69 mmol/mol beschouwd als een teken van slechte regulatie, waarbij een verhoogde kans bestaat op ontwikkeling van microvasculaire complicaties. Het is belangrijk om, naast de HbA1C waarde, aan te geven welke acties er door het multidisciplinair behandelteam zijn ondernomen om ervoor te zorgen dat de metabole uitkomsten voor de individuele patiënten zo optimaal mogelijk zijn. Zo kunnen geaggregeerde data beter geïnterpreteerd worden.

Uit de set van interne indicatoren is een subset van externe indicatoren te selecteren die voor een ieder direct toegankelijk dienen te worden, bijvoorbeeld middels publicatie op een website. In overleg met de verzekeraar kunnen deze externe indicatoren ook aan de verzekeraar worden aangeboden. Interne- en externe indicatoren worden geformuleerd door de beroepsgroep.

De indicatoren voor de zorg voor volwassenen met diabetes type 1 zijn onder te verdelen in fase 1 indicatoren, fase 2 indicatoren en fase 3 indicatoren.

Voeg toe aan printlijst
Voetnoot 1

The Diabetes Control and Complications Trial Research Group. The effect of intensive treatment of diabetes on the development and progression of long-term complications in insulin-dependent diabetes mellitus. N EnglJ Med 1993; 329:977.
The Diabetes Control and Complications Trial/Epidemiology of Diabetes Interventions and Complications Research Group Retinopathy and nephropathy in patients with type 1 diabetes four years after a trial of intensive therapy.. N Engl J Med 2000; 342:381.
Bojestig M, Arnqvist HJ, Hermansson G et al. Declining incidence of nephropathy in insulin-dependent diabetes mellitus. N Engl J Med 1994, 330:15.
UKPDS: Intensive blood glucose control with sulfonylureas or insulin compared with conventional treatment and risk of complications inpatients with type 2 diabetes (UKPDS 33) Lancet 1998, 352: 837.
NHG. Richtlijn diabetes Mellitus type 2. 1999 (2006).
Richtlijnen en Adviezen voor goede diabeteszorg, editie 2000. Uitgave van de Nederlandse Diabetes Federatie in samenwerking met het CBO. ISBN 90-804493-3-4.
European Guidelines.
ADA Guidelines.